donderdag 21 mei 2009

Diesel, benzine, ego.

Om de twee tot drie dagen ga ik joggen in het park in de buurt. Eén van die Start-to-run-dingen inderdaad. Ik ben altijd wat laat met zo'n hypes. Gelukkig zit ik op het einde van de negende week, waardoor ik bijna een half uur kan joggen zonder dood te gaan.

Vanochtend was ik er weer klaar voor. Ik sta wat te "drentelen" en begin met joggen. Een vijftal minuten joggen later kom ik een trio tegen: allen in flashy joggingpakje, met dure schoenen, je kent dat slag wel. Ze waren zichzelf stoer aan het uitrekken.
Ik jog gestaag voorbij. Ik zag ze flauw glimlachen om mijn (lage) snelheid.

Nog vier minuten later zie ik ze in de tegengestelde richting voorbij komen razen: als een gek lopen die drie alsof ze net een oud vrouwtje hebben beroofd. Trots loopt de iets dikkere vrouw van midden twintig bouncend mee vanvoor, en kijkt mij minachtend aan. Ik bedenk dat zij dringend een sportbeha nodig heeft, voor ze zichzelf een blauw oog bezorgt.

Twee minuten later kom ik ze WEER tegen, terwijl ik zelf nog niet veel ben opgeschoten in mijn ronde.
De twee vrouwen lopen nog steeds wild vanvoor, en de man loopt er wat hijgend achter. De snelheid nog steeds abnormaal hoog.

Drie minuten later kom ik een losgelopen vrouw tegen: zij loopt nog steeds zo hard. Een minuut later kom ik de andere twee tegen: meteen een stapje trager.

Na twee minuten weer de ene vrouw, die wild met haar staartje slaat en drie minuten daarachter de andere twee: zo rood als maar kan, volledig bezweet ... maar nog steeds harder lopend dan ze eigenlijk kunnen.

En het enige dat ik telkens denk is: wat heeft het nu voor nut om zo hard te lopen dat je het net een kwartier kan volhouden, als je hart dat overduidelijk nog niet aankan, je zweet als otter (zweet een otter??), je hoofd zo rood wordt dat je lijkt op een verkeerslicht (zeker met dat groene outfitje dat laag is uitgesneden), en je puur en alleen op EGO loopt?
"Ik wil niet afgaan, ik wil niet afgaan, ik wil niet afgaan". "Alles om toch maar niet op te geven". "Liever een hartaanval dan toegeven dat ik het niet kan".

Yeeehaw, must be fun ... Dan zie ik er liever belachelijk uit door zo traag te joggen (zoals de meesten daar trouwens, zelfs die marathonlopers met de creepy grote beenspieren), dan dat ik er belachelijk uitzie omdat ik zo snel wil lopen terwijl ik het nog niet kan.

Ego-lopers herken je van ver. Laat ze niet voorbij lopen zonder ze eens duchtig uit te lachen. Just do it.

woensdag 13 mei 2009

Buh

Ken je zo'n dagen waarbij je gewoon met rust gelaten wil worden?
Ik had gisteren zo'n dag.

Eerst was ik teleurgesteld omdat iets niet door ging.
Vervolgens bleek de nutella op te zijn (ramp o ramp!!).
En dan had ik vijf uur lang les zonder echte pauze.

Om ten slotte in het naar huis komen te belanden op het enige vrije bankje dat zich toevallig bevond in een coupé vol oudere vrouwen.
Hun gekakel kwam boven het geluid van mijn mp3-speler uit.
No kidding.

maandag 4 mei 2009

Het is weer maandag.

Om 6u00 krijg ik een hartaanval van het liedje van mijn wekkende gsm.
Ik strompel uit mijn bed, maak me toonbaar, duw iets calorierijks in mijn mond, en ga op weg naar het bushokje.
Wegens mijn voortdurende angst om te laat te komen, sta ik om 8u00 een volledig uur te vroeg in Brussel-Noord. En dan weten dat ik maar drie kwartier doe over het volledige traject, inclusief bus. Wachtend op een groep die pas na een uur verzameld wordt.
Ik los de metro-sudoku's op, ondertussen angstig om mij heen kijkend, zoekend naar bekende mensen. Een rare man komt naast mij zitten. Schrik dat die naast mij is komen zitten (in een voor de rest lege wachtzaal) omdat ik zo angstig kijk, stop ik met angstig kijken. Ik concentreer me op de sudoku's. Zo on-angstig mogelijk. Een vrouw komt naast de man zitten. Ze kennen elkaar. Ze verdwijnen. Ik kijk weer angstig rond me heen.

Maar jawel, om 9u00 begint het verzamelen. Een kwartier later zijn we bijna allemaal aanwezig, en worden we ingedeeld in drie groepen, die elk een andere gids krijgen.
Onze groep kreeg natuurlijk de goorste kerel van de drie, en mogelijk de goorste die je ooit gezien hebt: tegen de 60, grijzend, dun haar, typische (absurd grote) alcoholicusneus en -wangen, aan de dikke kant, een rare (scheve) trui over een vuil hemdje, half spuwend als hij spreekt, zijn ogen gaan heel lang dicht om onbekende redenen, heel erg gele nicotinetanden.
Ik ben blij dat ik vlak ervoor niet in een gameshow zat. Zo eentje waar ze je tegenhouden, en een vraag stellen: "Wijst u eens een dakloze aan in Brussel-Noord! Dan krijgt u een auto!". Gegarandeerd, ik had de gids aangeduid.
N. fluisterde nadien dat ze er al eens van had gehoord, van zo'n projecten met daklozen. Het leek daarom logisch dat onze gok correct was. Zeker toen de gids truukjes voor daklozen deelde. Toilet nodig als dakloze? Hup, een hotel binnen. Het was al bewezen voor ons; we moesten geen moeite doen om er iets van te vragen. Hij sprak als een ervaringsdeskundige! Alles viel op zijn plaats. Ook het steeds volledig dichtdoen van de ogen als hij de groep toesprak. "Om mij te concentreren", zei hij. "Om zich beter dingen te herinneren", zeggen wij.

Vier uur lang heeft de gids ons onderwezen (het vriendelijkste woord dat ik kon vinden) over de Noordwijk in Brussel. Geen beloofde pauze. Niet vroeger stoppen. Gewoon doorgaan.
Overduidelijk verzonnen verhalen. Overdreven geklaag. Saai lokaal-politiek gezwam. Veralgemeningen waar je lastig van wordt. Oké nee, veralgemeningen waar IK lastig van word.
Hij had ons gewaarschuwd voordat de toer begon, dat wat hij zei niet altijd correct was. Hij was heel erg zeker dat het vlot en stoer overkwam. Misschien was het dat ook wel, vlot en stoer. Maar een dakloze die vlot en stoer doet, is nog steeds een dakloze. Of moet ik "ervaringsdeskundige" zeggen?

Ik was blij dat ik om 13u00 terug in Mechelen was.
De bus op, waar de blonde man ook op zat. Hij bleef me aanstaren in het spiegelbeeld van het plexiglas raampje aan de ingang.
Dat is een ander verhaal. Even kort schetsen:
Ik sta op een bepaald moment te wachten op de bus, op een perron vol kleine kindjes. Ik zie een blonde man staan tussen de kindjes. Hij kauwt op kauwgom. En blijft kauwen. Ik raak geïrriteerd door al die luidruchtige kindjes, en dus ook door de blijvend kauwende kauwgomman. Ik kijk een paar keer van "is hij nu nog STEEDS hartgrondig aan het kauwen?". Met mijn liefste blik, no doubt. En merk pas na een tiental blikken, dat hij mij kan zien kijken in de weerspiegeling van het busraam. Hij kijkt geamuseerd. Ik besef dat hij mijn vieze blikken niet kan zien, gewoon het telkens omdraaien naar zijn kant toe.
Sindsdien (ik kom hem soms tegen op de bus) kijkt die man mij aan met een zelfzekere glimlach. Alsof ik NOG een slachtoffer ben van zijn charmes. Ik kan mij wel leukere dingen voorstellen. Tien are gras maaien met een nagelknipper. Nogmaals vier uur luisteren naar de dakloze gids. Een aflevering "familie" zien. Mezelf verdrinken. Vlees eten. Zoiets.

Een vruchteloze dag, u hoort het. En straks nog twee uur lang van zes tot acht luisteren naar een uiteenzetting over rechtssociologie.
Het is weer maandag. Hoera.