dinsdag 4 september 2012

Socially awkward penguin legt uit.

De hieronder afgebeelde pinguïn heet "socially awkward penguin" en is afkomstig van een foto genomen door een natuurfotograaf. Hij kijkt wat verdwaasd rond, alsof ie de verkeerde richting is opgelopen, zijn gsm heeft genomen om er op te kijken, om zich dan ten slotte "vlot" om te draaien, de juiste richting in. Geef maar toe dat we dat allen al eens gedaan hebben. Vooral die pootjes met die achterna-fladderende vleugeltjes geven de vogel iets extra's:



De socially awkward penguin is een internetsymbool voor die sociaal-domme of  sociaal-ongemakkelijke momentjes die iedereen van tijd tot tijd al eens heeft ... Sommigen hebben hier echter elke dag moeite mee, zoals ik.

Die "social awkwardness" ("sociaal ongemak" vat de connotatie niet geheel samen) kan allerlei bronnen hebben: gewone pech, niet weten hoe er moet gereageerd worden in een situatie, verlegen zijn, introvert zijn, sociale angst hebben,  etc.

Een aantal courante voorbeelden uit mijn persoonlijke leven, waarbij niet-weten, verlegenheid, introversie en sociale angst de oorzaken zijn:


  1. U stelt mij een ja-nee-vraag? Ik antwoord met ja of nee.
    De neiging om in detail in te gaan op mijn antwoord, schiet mij niet te binnen zoals bij sociaal normalere mensen. Het is ook niet hetzelfde als gewoon niets meer willen zeggen: ik denk meestal niet aan een uitweiding omdat voor mij de vraag beantwoord is. Mogelijke tips voor u zijn: even blijven wachten op een verder antwoord waarbij duidelijk wordt gemaakt dat er nog meer verwacht wordt (gewoon staren, helpt niet), een waarom/hoe/...-vraag stellen, een opvolgvraag stellen.

  2. U zegt niets als we alleen zijn? Ik zeg ook niets.
    Die spontane neiging om uit mezelf iets te vertellen om de stilte op te vullen, is er niet. Ik voel in het algemeen ook die rare stilte niet aan als een rare stilte. Ik moet mezelf er aan doen herinneren dat u de stilte misschien wel vreemd vindt, om dan nog iets te vinden om over te beginnen, op zich al een waardig volledig punt 3. Een andere mogelijkheid is de volgende gedachte: "die persoon zegt niets, dus die persoon zal ook niets willen zeggen tegen mij". Dat dit van beide kanten kan komen, maakt het des te moeilijker voor mij om het in te schatten.

  3. Een normale stilte in een conversatie? Ik kan plots aan geen enkel onderwerp denken; echt blanco brein.
    Dit is uiteraard niet geheel eigen aan een social awkward penguin, maar het helpt niet om als sociaal-normaal aanzien te worden. De onderwerpen schieten mij uiteraard wel plots te binnen als er geen stilte meer is, of als ik ergens anders zit. Heel soms heb ik op voorhand al bedacht waarover ik kan beginnen. Bij bepaalde personen (die iets van een "je mag alles zeggen tegen mij" uitstralen, of zoiets; ik weet niet hoe het juist werkt), schieten mij altijd onderwerpen te binnen. Daar voel ik me meestal nog redelijk sociaal-normaal bij. Die zouden misschien zelfs vreemd opkijken als ik zeg dat ik mij sociaal raar gedraag over het algemeen.

  4. U spreekt over het weer? Ik stop met praten (of geef u een vooraf geoefende standaardzin).
    Ik heb nooit begrepen hoe die lege starter als conversatie juist werkt. Als u aangeeft dat het hard regent, wat kan ik daar nu nog aan toevoegen? De antwoorden die ik wel gebruik, zijn standaardzinnetjes die ik gebruik omdat ik mij deze vraag al herhaaldelijk heb gesteld en deze op voorhand heb bedacht. U kan kiezen uit "ik vind regen wel gezellig; ik slaap ook beter als het regent", "als het zo koud is, dan is het wel leuk om binnen te zitten", "ja he, heel erg warm, amai". Ik kan niet garanderen dat ik het juiste zinnetje gebruik op het juiste moment.

  5. U loopt aan mijn linkerkant mee terwijl u praat? Ik probeer stiekem aan de andere kant te geraken.
    Een relatief groot aantal heeft dergelijke neigingen die rationeel op weinig tot niets gebaseerd zijn. Nee, geen dwangneuroses of zo nee: gelukkig geheel normaal Eventuele alternatieven die wel vaker voorkomen bij anderen:  "niet in het midden van een zaal gaan zitten", "niet aan het raampje in het vliegtuig zitten", "niet op de eerste rij zitten", "niet aan de deur staan", "niet in het midden van een klein groepje lopen", etc.

  6. U staat of zit dicht bij mij? Ik zet een stap weg of verplaats me een beetje.
    Het sociaal vreemde is dat ik dat niet verberg, iets waar anderen hier beter in zijn. Iedereen heeft namelijk een persoonlijke ruimte rondom zich: aan de voorkant is deze ruimte groter, achteraan minder, rechts en links het minst groot (een soort ei-vorm, als u wil). Als iemand in een lift tegen u aangedrukt staat, dan is het comfortabeler dat die persoon naast u staat dan dat die persoon vlak voor u staat. Als u neerzit, is het minder erg dat iemand vlak naast u gaat zitten en u zelfs aanraakt (the horror!), dan dat iemand vlak voor u gaat zitten met het gezicht naar u toe. Mijn persoonlijke ruimte is gewoon erg groot: als u daar dus in komt te staan, verplaats ik mij automatisch. Als ik dat niet kan, word ik inwendig lastig omdat ik de hele tijd een persoonlijk alarmpje hoor afgaan ("ga weg, ga weg, ga weg"). Dat is dat ongemak dat u ook voelt als iemand veel te dicht bij u staat, maar dan verpersoonlijkt. Een persoonlijke ruimte is daarnaast ook afhankelijk van de persoon waarmee u in contact komt te staan: voor een vreemde is de ruimte groter dan voor een goede vriend: u kan dus ook beter verdragen dat een goede vriend vlak naast u komt te zitten dan een vreemde. De lichamelijke ruimte voor de rest, is daarnaast ook nog eens belangrijk. Stel: u zit in een volle bus met een plaats naast u en er stapt iemand op. Vindt u het vreemd dat die persoon naast u komt zitten? Nee, natuurlijk niet. Stel: u bent de enige passagier in de bus en er stapt iemand op. Vindt u het vreemd dat die persoon naast u komt zitten? Natuurlijk wel, uw persoonlijke ruimte is verstoord. (Als u "nee, helemaal niet" heeft geantwoord, bent u de volledige tegenpool van mij, wat al even vreemd is als "mijn pool": u dacht waarschijnlijk "tegen wie anders moet ik praten? Dat is toch gezellig?" of iets dergelijks. Wel, de meeste mensen vinden u gewoon vreemd én een tikje creepy.)

  7. U loopt met twee naast elkaar en ik ben de derde persoon? Ik blijf over het algemeen ergens achter u twee aanstrompelen.
    Ik heb voel een sterke "anti-neiging" om mezelf in die "groep" te dwingen, dus de kans is groter dat ik een kilometer achter jullie aan zit te lopen dan dat ik aangeef dat ik het lastig voel dat ik fysiek word uitgesloten.

  8. U stelt een (gesloten) vraag in publiek waarop ik het antwoord weet? Er zijn meerdere mogelijkheden.
    Ofwel antwoordt niemand, en dan wil ik mij, afhankelijk van de grootte van de groep en hoe bekend de mij omringende mensen zijn, het antwoord wel geven.
    Ofwel antwoordt iemand foutief, weet ik dat, en houd ik mijn mond: ik wil die persoon immers niet voor het blok zetten. Of het moest een voor mij belangrijke vraag zijn: dan vind ik het immers erger dat iemand een fout antwoord als waarheid aanschouwt (vooral het geval bij medische of voedings-zaken).
    Ofwel antwoordt iemand correct, en houd ik mijn mond: ik hoef die persoon immers niet te bevestigen.

  9. U wil meer weten over de u omringende mensen en u stelt een vraag naar het publiek toe? Ik antwoord niet.
    Anderen antwoorden immers meestal, en zo niet, dan zijn mijn antwoorden meestal niet voldoende aanvaardbaar zoals ik na scha en schande heb geleerd. "Heeft iemand iets leuks gedaan dit weekend?" is zo'n typische vraag. Natuurlijk wel, denk ik dan bij mezelf, ik heb die gore hack-and-slash-horror gezien gisteren; ik heb me ongelooflijk goed geamuseerd. (Scha en schande: uitleggen wat het verhaal is van de horror en iedereen zien staren in afschuw dat ik dat grappig vind.) Jaaaa, natuurlijk heb ik iets leuks gedaan, ik heb immers gezelschapsspelletjes gespeeld met vrienden. (Scha en schande: you don't give a fuck, want u vindt dat saai en voelt uzelf niet tegengehouden om met de ogen te rollen, of uitdrukkelijk tegen iemand anders te beginnen, of helemaal niets meer te zeggen.) Dat pc-spel van vrijdag was ook wel super. Nobody cares, dat weet ik. Zodus houd ik mijn mond. U vindt het leuker als het gaat om een concert, een toneelstuk, een citytrip, een sociaal-aanvaardbare-film. En als ik dan wél eens iets sociaal aanvaardbaars heb gedaan, dan heb ik pech: niemand stelt die vraag openlijk. Of iemand heeft iets veel coolers gedaan. Of de vraag wordt aan iedereen gesteld, persoon voor persoon, behalve aan mij. Socially awkward penguin power!

  10. U heeft iets gezegd waarop ik iets heel erg sociaal-aanvaard én interessant weet te zeggen? Ik zwijg, want iemand anders was aan het praten en ondertussen gaat het al over iets anders.
    Jammer, maar teruggaan naar onderwerpen wordt blijkbaar niet gedaan in een normale wereld.

  11. U zegt als kassier vaak "goedenavond", "goedemiddag", etc en ik kom al maanden bij u in de winkel? Ik zeg niets.
    Ik ga er immers van uit dat u dit uit automatisme zegt en geen interesse heeft om een gesprek aan te knopen. Laat staan dat ik weet waarover ik het in godsnaam zou moeten hebben, zo uit het niets.

  12. Iemand vertelt iets random over zichzelf en ik heb hetzelfde gedaan? Ik zwijg.
    Ik probeer iets te zeggen, maar ik wacht op het juiste moment eeeeeeen het onderwerp is al weg. Dezelfde hobby's, iemand in de familie die ook zo is, exact hetzelfde probleem gehad, ook die ziekte gehad, ook een auto-ongeval gehad, etc.? You will never know.

  13. U stelt mij geen enkele vraag over hobbies of interesses? Ik geef zelf geen hints.
    Ik vind het vreemd om "uit het niets" te beginnen over iets dat mij interesseert, iets dat ook anderen denken. Alle pogingen waarbij ik iets randoms zeg, zijn  volledig aangeleerd. En vaak slecht aangeleerd, waardoor intonatie, structuur en timing sterk verschillend kunnen zijn van een normale conversatie. Het komt er dan een beetje raar uit, en u vraagt zich af waar dat juist vandaan kwam. Dat was dan een poging tot normaal doen.

  14. Ik moet spontaan iets langer vertellen dan een paar zinnen? Ik zwijg en bedenk eerst hoe ik het ga vertellen.
    Ik oefen mij mentaal op wat ik ga zeggen en op welke manier. Als hiervoor geen tijd is, zie punt 15. Deze mentale oefening kan even duren, waardoor ook het moment waarop dit gepast was, verstreken kan zijn.

  15. Ik moet spontaan iets langer vertellen dan een paar zinnen maar er is geen tijd om "mentaal te oefenen"? Het gaat mis.
    Het verhaal is incoherent, ik struikel over mijn woorden, en eindig soms plots middenin een zin. Ik voel me nogal opgelaten. Vaak vergeet ik dan ook hierdoor de simpelste woorden of basisgrammatica, waardoor ik mezelf achterlijk begin te voelen. Het eindigen middenin een zin is hierna vaak normaal.

  16. U vraagt mijn mening? Ik twijfel zichtbaar.
    Dit is niet omdat ik het stiekem slecht vind, u dik vindt, het lelijk vindt, etc. Ik weeg echt voor- en nadelen af, en geef dan een mening. Ziet het voorblad er goed uit? Wel, die ene subtitel staat niet in het midden, maar als die wel in het midden zou staan, dan zou het er minder goed uit zien, dus die staat misschien wel goed; de naam zou eventueel omgedraaid kunnen worden, maar moet het duidelijk zijn voor een prof of voor iemand die ze al kennen; wordt mij ook gevraagd of de kleur van het papier in orde is, zo ja, dan zou ik die kleur inderdaad ook kiezen al zou een crèmekleur niet misstaan; het logo is voldoende groot en ik dénk toch wel het juiste logo; ... Tegen dat ik "ja" kan zeggen, gaat u er al van uit dat ik het niet goed vind. Maar eigenlijk ben ik mijn mening ter plekke nog aan het vormen, waarbij er dingen moeten worden afgewogen. Dit geldt niet als duidelijk is voor mij dat mijn mening er niet toe doet.

  17. Een feestje? Ik sta in een hoek of tegen een muur geplakt, en niet in het midden of in "de groep".
    Het gaat hier niet over persoonlijke ruimte (ook wel een beetje), maar vooral over het feit dat zoveel mensen en zoveel geluid mij overweldigen. Ik ben iemand die het niet leuk vindt om naar een echt feest te gaan en random mensen te ontmoeten. Veel mensen, staat bij mij gelijk aan, enorme uitputting. Ik heb een soort beperking aan "sociale energie": hoe meer vreemde mensen ik moet aanspreken bijvoorbeeld, hoe sneller de energie op is en ik dicht sla. Dat is zeer typisch introvert, maar meestal denken mensen daar niet op die manier over na.

  18. Een vraag waarop ik het antwoord niet weet? Ik zeg nogal kort dat ik het antwoord niet weet.
    Ik ga er vanuit dat je gewoon een antwoord verwacht op de vraag. Als ik het niet weet, dan weet ik het niet, en kan je beter je tijd spenderen aan iemand anders die het wel weet. Ik antwoord om die reden automatisch kort, niet omdat ik grof wil klinken of geen zin heb om te antwoorden. Soms vul ik aan met een suggestie wie het antwoord wel kan weten. Als u zich vervolgens niet richt tot die persoon, dan ga ik er vanuit dat u het antwoord niet wou weten.

  19. Een vraag uit twijfel? Ik geef een antwoord en verwacht dat u een antwoord wou.
    Ik heb nog nooit uit mezelf gedacht "ach, die persoon zoekt gewoon bevestiging van een mening, dus ik zal ze gerust stellen". Nee, als u mij iets vraagt, geef ik mijn mening. Dat is niet om tegen u in te gaan: ik hoor helemaal geen specifieke ondertoon. Als u een specifiek antwoord wil horen van mij, gelieve dat dan ook op die manier te formuleren, zodat ik zeker begrijp dat u een specifiek antwoord zoekt. Misschien een "het klopt toch als ..."-start. Dat helpt bijna altijd. Behalve als u fout bent, natuurlijk. Maar anders kan ik wel aangeven dat dat iets is waar ik mee akkoord zou kunnen gaan als ik in uw schoenen stond. Of zoiets awkward geformuleerd.

  20. U uit een twijfel over uzelf, uw kunnen, uw lichaam, etc? Ik geef een oplossing voor het probleem.
    Ik begrijp niet automatisch dat ik u moet antwoorden waarbij ik u gerust stel over uw lichaam, uw kunnen, etc. Het typische voorbeeld is bijvoorbeeld "ik voel mij dik" - "misschien moet je iets heel erg los aandoen, dan plakt dat niet tegen je lichaam of zo". U denkt "wtf, vortig wijf", en ik denk "lijkt mij toch logisch?". Andere voorbeelden zat: "Ik ben écht slecht in statistiek" - "Hier zijn cursussen om te volgen."; "Ik begin rimpels te krijgen, denk ik" - "Ja, hier een beetje aan de ogen; heb je al eens aan anti-rimpelcrème geprobeerd met vitamine A?" U denkt aan een opzettelijke belediging: ik denk dat ik u aan het helpen ben. Het is pas na de beledigde blik, na het plotseling wegdraaien, na een dag stilzwijgen, dat ik bedenk dat u iets anders wou horen.


Ik zou verder kunnen gaan dan deze twintig semi-random punten, maar u heeft het ondertussen al door: al die "problemen" bij elkaar gestapeld, geven een slecht sociaal beeld. Iedereen zal al eens iets van die dingen voor hebben, maar die hele lijst. Maar ik geef het eerlijk toe, in naam van allen in een gelijkaardige situatie: ik begrijp mensen niet volledig. Waarom is een vraag niet gewoon een vraag? Waarom worden bepaalde dingen verwacht zonder dat ze ooit specifiek zijn aangeleerd aan mensen zoals ik? Waarom zijn er wel lessen voor verlegenheid en sociale angst, maar niet voor "sociaal gedrag"?

Gun ons social awkward penguins ook wat: als u een vraag stelt met een verborgen doel, expliciteer het doel gewoon; als u iets specifieks wil horen, vraag het dan ook op die manier; als u niet wil dat wij zwijgen, begin dan zelf te vertellen of stel een open vraag. Er zijn ook wel voordelen aan verbonden: open vragen die schijnbaar uit het niets komen, zijn dan namelijk weer helemaal niet raar voor ons, plots zwijgen wordt niet meteen aanzien als een boertige reactie, en soms mag je al eens gewoon "ja" of "nee" antwoorden  als je geen zin hebt uit te weiden. Ja, soms zijn we al eens nuttig, wij socially awkward penguins.